Ik doe het niet meer zo vaak, invliegen als er een dramatische verliessituaties zijn. Toch was ik onlangs aanwezig bij een crisisteam op een school. De aanwezige leden wilden samen met mij nagaan of ze niks over het hoofd zagen bij wat hen overkwam.
In dezelfde week kwamen er ook vragen vanuit de media wat de scholen van de vermoorde Romy en Savannah zouden moeten doen. Ik merk dat ik vooral kijk naar welke krachten op school aanwezig zijn. Draaiboeken, voorbeeldbrieven, ideeën voor herdenkingsbijeenkomsten kan elke school namelijk al vinden in boeken als ‘Als een ramp de school treft’ (gratis te downloaden)en ‘De rouwende school’ een praktisch handboek dat op geen enkele school mag ontbreken.
Zonder hierin volledigheid na te streven let ik bijvoorbeeld op de volgende aspecten:
- Het kalme brein. Kunnen de directie, de intern begeleider, de mentor, de leerkracht en de andere leden van het crisisteam, rustig blijven en daardoor het geheel blijven overzien?
- De balans tussen afstand en nabijheid. Waar de ene leerkracht nauwelijks contact op durft te nemen met het gezin heeft de ander de neiging om er zich helemaal mee te vereenzelvigen. Wat kun je als school betekenen voor het gezin? Bij een kwetsbaar gezin kan de school wat meer op zich nemen dan bij een gezin dat door de omgeving al goed wordt gesteund.
- Hoe loopt de communicatie tussen school en gezin, wie is contactpersoon vanuit school en wie is aanspreekpunt in de familie? Dat voorkomt dat dingen niet of juist dubbelop gebeuren.
- Welke ervaringen en kwaliteiten zijn op school aanwezig? Soms zijn er personeelsleden die al vaker met een dramatische situatie te maken hebben gehad en uit deze ervaring kunnen putten. Soms is er iemand die een training of opleiding rond rouw en verlies heeft gevolgd.
- Hoe is of wordt de klas geïnformeerd en hoe worden de ouders van de leerlingen geïnformeerd? Is dit goed afgestemd met het getroffen gezin?
- Hoe wordt in de klas aandacht besteed aan de gebeurtenis? Is dit voldoende en tegelijk: is het ook begrensd? Sommige leerlingen gaan helemaal het drama in terwijl anderen er al snel klaar mee zijn en liever weer de les volgen. Bewegingsactiviteiten kunnen hierin een goede overgang vormen: wandelen, de gymzaal in of het sportveld op. Is voor alle leerlingen goed om het lijf weer te voelen.
- Wordt met de leerling besproken wanneer en hoe deze terugkomt op school? En wie wat vertelt in de klas? Wat wil de leerling hierin zelf?
- Een heel belangrijk punt dat vaak wordt overgeslagen: de (zelf)zorg voor de leerkrachten en anderen die bij de situatie betrokken zijn (Dit thema komt ook in ‘De rouwende school’ aan de orde). En de nazorg geldt zeker ook voor de directie. Het is een pittige klus om je school door zo’n periode te leiden waarbij je vaak te weinig aan jezelf toekomt. Een bestuurslid, coach of supervisor kan hierin het verschil maken.