Onlangs kwam mijn boek ‘Geen pijn, geen angst, geen leven – de veerkracht voorbij’ uit. Een boek over onze dochter Jitske, wie ze was, haar depressie, haar suïcide. Geschreven vanuit mezelf als moeder èn als psychiater, uitgebracht op een aangrijpend en intens congres over jongeren en suïcide.
Zowel het boek als het congres als alle media-aandacht eromheen vormden een mengeling van privé en professioneel, van kracht en kwetsbaarheid, van verlies en verbondenheid. Kortom een emotionele achtbaan! De ingrijpende gebeurtenissen met onze dochter die opnieuw de revue passeren, de analyse om te proberen ervan te leren, de pogingen om deze ingewikkelde gebeurtenissen in woorden te vangen. De ontmoetingen met lotgenoten, met mensen die betrokken zijn bij jongeren met problemen, of ondersteuning bieden aan rouwenden na zelfdoding. De behandelaren van Jitske die zo dapper waren het congres te bezoeken, omdat ook zij willen blijven leren hoe ze jongeren met deze problematiek zo goed mogelijk kunnen helpen. Met journalisten die elk vanuit een andere invalshoek aandacht willen besteden aan het belangrijke thema van suïcidaliteit bij jongeren. Met bekenden en onbekenden die hartelijke reacties sturen op berichten over het boek in de media. Met lotgenoten die persoonlijk met me in gesprek willen en mijn constatering dat dit voor mij helaas niet te doen is. En natuurlijk nog meer dan anders het intensieve contact met de mensen om me heen, over allerlei associaties en gevoelens die bij ieder van ons bovenkomen en gelukkig ook over de lente, het heerlijke weer, klusjes, school, werk, de was en boodschappen doen.
Daarnaast komen er deze weken extra veel beelden van Jitske bij me op. In mijn hoofd schiet ik heen en weer tussen de ontspannen baby, het sprankelende levendige kind, de koppige puber, de bevlogen adolescent, het depressieve gebogen meisje en de verstilling na haar overlijden. Naast al het intense verdriet ben ik ook zo ontzettend blij dat we haar hebben mogen meemaken, dat ze 17 jaar bij ons hoorde. Ik hoor de echo van haar lach, een woordgrapje, voeten die roffelen op de trap. Nu is het stil.
Het gemis is navenant aan de eerdere verbondenheid.
Rouw is de keerzijde van liefde.
Privé en professioneel.
Prachtig en prut.